Als Alice in Wonderland in de Jeugdzorg (deel 1)
In de afgelopen weken is de jeugdzorg betrokken geraakt op een gezin in mijn privé omgeving. De jeugdbescherming, waar ik zoveel jaren deel van heb uitgemaakt. Waar ik de taak had de ontwikkeling en veiligheid van kinderen in gezinnen in kaart te brengen. Te oordelen over de context waarin een kind opgroeit en het ouderschap en inschatten wanneer er ingegrepen moest worden. Ik heb in het werk vaak gemerkt dat we het altijd beter denken te weten dan de hulpverleners die ons voor zijn gegaan en dat gezinnen daardoor ook vaak met een nieuwe koers werden geconfronteerd zodra er ‘nieuwe’ hulpverleners betrokken raakten. Soms ten voordele, soms ten nadele van dat wat zij zelf voor ogen hadden. Zelf tot een oordeel komen, niet zomaar op dat van ander afgaan. Een belangrijk goed. Ouders leren dit hun kinderen. Maar als jeugdzorgwerker in de complexe maatschappelijke taak waar je voor staat ook een lastige. Werken we niet allemaal volgens dezelfde uitgangspunten en opgestelde richtlijnen, bewezen effectieve methodieken en vanuit juridische kaders? Je zou het wensen. Voor kinderen en hun ouders. Of is de wijsheid van Confucius (denker en sociaal filosoof uit het oude China) leidend?
Vertel het me en ik zal het vergeten.
Laat het me zien en ik zal het onthouden.
Laat het me ervaren en ik zal het me eigen maken
Alleen als ik zelf ervaren heb wat beschreven staat, alleen als ik zelf ervaren heb wat gezegd wordt geloof ik het? Dus vertrouwen we niet op de kennis die aanwezig is, gaan we daar niet actief genoeg naar op zoek, handelen we er niet onmiddellijk naar maar laten we het zelf-ervaren (vaak veel) tijd in beslag nemen en wachten de kinderen en ouders geduldig tot dat wat zij weten ook geland is bij hun hulpverlener en zij krijgen wat ze nodig hebben. Zij zijn immers niet bij machte?
Pijnlijk dat ik als deel van het geheel er ook niet vrij van was. Nog pijnlijker en nog gedrevener om het aan te kaarten nu het bekenden treft.